Alle voorbereidingen voor de installatie van SQL Server 2008 zijn gedaan. Er is een VPC aangemaakt met daarop een verse Windows Server 2008 installatie en in het AD zijn alle benodigde accounts aangemaakt. We loggen op de VPC in met het installatie account (SQL_Setup). Vervolgens maken we verbindingen met de SQL server installatie media. In mijn geval een ISO bestand met daarop SQL Server 2008 Developer Edition.
We starten de installatie door de setup te starten (eventueel via Auto Play). Aangezien Windows Server 2008 met Vista de UAC (User Account Control) functionaliteit deelt dient het account dat je gebruikt dus administrator te zijn op de server waarop we SQL Server installeren.
De setup wizard detecteert dat het Microsoft .NET Framework (standaard zijn van het Framework v1.0, v1.1 en v2.0 geinstalleerd op Windows Server 2008) bijgewerkt dient te worden naar een hogere versie en dat er een bijgewerkte Windows Installer nodig is. We starten de installatie hiervan middels de keuze "OK".
Het .NET Framework dat ontbrak blijkt .NET Framework 3.5 SP1 te zijn getuige de setup die verschijnt.
Nadat het .NET Framework is geinstalleerd en er een hot-fix (waarschijnlijk de Windows Installer) is aangebracht dienen we de server te herstarten.
Na de herstart starten we de setup van SQL Server nogmaals. Het SQL Server Installation Center scherm verschijnt deze keer. Op het planning gedeelte hebben we toegang tot alle documentatie en hulpmiddelen die nodig zijn voor de voorbereiding van een SQL Server installatie.
Een handig hulpmiddel op deze pagina is de "System Configuration Checker". Deze controleert of aan de minimale installatie eisen wordt voldaan. Mijn VPC komt succesvol door deze test heen.
We klikken in het menu links op "Installation".
We starten de installatie door rechts te klikken op de bovenste optie genaamd "New SQL Server stand-alone installation or add features to an existing installation". De setup checkt eerst 6 criteria die een installatie kunnen verstoren.
Op het volgende scherm geven we aan welke gratis versie (180 trial versie Enterprise Edition, Express, Express with Advanced Services) we willen installeren of we geven de product key op van de SQL versie waarvan we de licentie bezitten. In mijn geval staat de product key van de SQL Server Developer Edition ingevuld.
Vervolgens moeten we de gebruikelijke licentie voorwaarden accepteren.
Voordat we de installatie kunnen starten dienen er nog enkele setup support files geinstalleerd te worden. We klikken op "Install".
Na de installatie van deze setup bestanden zien we het setup criteria lijstje weer. Deze keer staan er 4 criteria extra vermeld waarvan de Windows Firewall een warning oplevert.
De waarschuwing betreft dat de Windows Firewall aanstaat en attendeert je erop dat de juiste poorten open dienen te staan voor remote access.
Aangezien het de bedoeling is dat er vanaf andere computers/servers een connectie naar de SQL Server omgeving gelegd kan worden ga ik de Windows Firewall dusdanig configureren dat deze dit toestaat. In het start menu type ik "WF.msc" in bij het "Start search" scherm (alternatief: Run...). De Windows Firewall opent zich in de geavanceerde modus.
We gaan nieuwe "Inbound Rules" aanmaken voor alle relevante poorten die SQL Server gebruikt. In de rechterkolom (Actions) kiezen we onder Inbound Rules voor "New Rule...". De wizard wordt gestart. We beginnen met de configuratie voor port 1433 welke SQL gebruikt voor de default instance. We selecteren dus op het rule type scherm de optie port.
Het betreft een TCP port dus bij het scherp "Protocol and Ports" geven we op dat we een TCP rule definieren en voeren vervolgens het juiste port nummer in.
We geven op het action scherm aan dat we de connectie over deze port altijd toestaan.
Op het profile scherm geven we aan dat deze rule alleen van kracht is voor corporate domains.
Vervolgens voeren we een beschrijvende naam voor deze firewall regel in en slaan deze op.
De nieuwe firewall regel is toegevoegd aan de lijst met regels. Via het properties scherm kunnen we de regel nog strakker configureren. Via het tabblad "Users and computers" kan bijvoorbeeld geregeld worden dat verbindingen alleen gelegd mogen worden vanaf bepaalde computers en zelfs door alleen bepaalde geautoriseerde accounts. Op het tabblad "Scope" kan ook aangegeven worden vanaf welke IP adressen het verkeer specifiek vandaan moet komen. Op het tabblad "Programs and Services" kunnen we explicieter configureren welke applicaties benaderd mogen worden op het betreffende port nummer. Met behulp van deze instellingen kan je de toegang tot de server veel nauwkeuriger afregelen. Ik laat het bij de eerder opgegeven instellingen.
In het artikel "Configuring the Windows Firewall to Allow SQL Server Access" worden alle firewall instellingen die gemaakt dienen te worden verder uitgelegd. Voor mijn situatie is de rule voor port 1433 op dit moment genoeg. We keren terug naar de installatie wizard van SQL Server en kiezen voor "Next". Ik kies ervoor om alle SQL Server 2008 componenten te installeren op de server.
Ik kies ervoor om de database instances op een aparte data partitie te laten installeren. Als root geef ik daarom op "E:\Microsoft SQL Server\".
De te gebruiken locaties hebben voldoende schijfruimte tot hun beschikking is te zien op het "Disk Space Requirements" scherm.
Op het volgende scherm gaan we de SQL server configureren. Dit is ook de plek waar ik aan dien te geven onder welke accounts de diverse services dienen te gaan draaien. We voeren bij elke service het speciaal daarvoor aangemaakt AD account in met het bijbehorende wachtwoord.
Op het tabblad "Collation" hoeven we geen aanpassingen aan te brengen . De collation "Latin1_General_CI_AS" is degene die hoort bij Nederlandse Windows localisatie.
Op het volgende scherm gaan we enkele "Database Engine" instellingen aanbrengen. Qua "Authenticatie Mode" ga ik voor "Windows Authenticate Mode". We dienen op dit scherm ook de SQL Server Administrators op te geven. Ik heb ervoor gekozen hiervoor in AD een specifieke groep aan te maken genaamd "SQL Server Administrators". Deze groep geef ik dus op.
Vervolgens gaan we naar de tab "Data Directories". We passen de mappen structuur op onze Data partitie dusdanig aan dat alle data in zijn eigen map beland in plaats van in 1 map genaamd data. De user databases komen dus in een map genaamd "...\User_Data", de bijbehorende database logs in een map "...\User_Log", de temp database komt in de map "...\Temp_Data" en de bijbehorende log in de map "...\Temp_Log". De backup map laat ik ongemoeid.
Het tabblad "FILESTREAM" sla ik over omdat ik geen gebruik maak van deze functionaliteit. We gaan nu de Analysis Service instellingen aanbrengen. Bij "Account Provisioning" geef ik de speciaal aangemaakt AD groep "Analysis Services Administrators" op.
Op het tabblad "Data Directories" hoeven we geen aanpassingen aan te brengen.
Bij de Reporting Services instellingen geven we op dat we gebruik willen maken van de "SharePoint Integrated mode" default instellingen.
Bij "Error and Usage Reporting" geven we niets op.
Bij de installation rules zijn geen problemen geconstateerd.
Voordat we de installatie starten krijgen we nog een overzicht met alle keuzes die we gemaakt hebben.
Via de knop "Install" starten we de daadwerkelijke installatie van SQL Server.
Na ongeveer een half uur a drie kwartier is de installatie afgerond.
SQL Server is nu gereed voor gebruik. De laatste handeling die ik doe is het deactiveren van het SQL _Setup account in het AD. De installatie is namelijk afgerond en het account mag niet voor gewone handelingen gebruikt worden.
Reacties